Modal shift-project Xella haalt vijftig vrachtwagens van de weg
Aan het vervoeren van elementen van kalkzandsteen over het water in plaats van over de weg zitten heel wat voordelen. Maar het levert volgens Brandon Sekker, logistiek manager bij Xella Nederland, ook heel wat gepuzzel op om het voor elkaar te krijgen. Na een eerder succesvol model shift-project bij de fabriek in Meppel met cellenbeton binnenwanden, werd onlangs ook een geslaagde test uitgevoerd in Limburg. "We kunnen met één binnenvaartschip wel vijftig tot zestig vrachtwagens van de weg halen."
De Xella Groep is een Europese leverancier van duurzame oplossingen voor de gehele gebouwschil. Het hoofdkantoor is gevestigd in Duisburg, de jaaromzet is bijna 1,1 miljard euro en in totaal heeft de bouwleverancier zo’n 4.500 werknemers in dienst. “In Nederland hebben we in totaal vijf fabrieken”, vertelt Sekker, die sinds 2021 werkzaam is als logistiek manager bij het bedrijf. “We produceren kalkzandsteen en cellenbeton. En dat verkopen we voornamelijk in Europa.” Klanten van Xella zijn voornamelijk bouwbedrijven. “We leveren onze producten aan veel grote bekende partijen voor het bouwen van grote appartementsgebouwen en woningen, maar ook voor commerciële bedrijfspanden en logistieke hallen.”
Vermindering van CO2
“CO2-reductie heeft bij ons bedrijf een hoge prioriteit”, zegt Sekker. "Op dit moment worden onze grondstoffen binnen een straal van gemiddeld 200 kilometer verkregen, zodat ze niet door heel Europa hoeven te reizen voordat we ze in ons productieproces verwerken." Transport en logistiek zijn cruciaal in het verminderen van de uitstoot. "We zijn ons hiervan bewust en zien hier de grootste mogelijkheden om verbetering te realiseren."
Xella Nederland maakt gebruik van verschillende partijen voor het transport, vertelt Sekker. “Onze structuur is dat we per fabriek eigenlijk één hoofdvervoerder hebben. Die doet vanaf die locatie voornamelijk de transporten. Als ze onvoldoende capaciteit hebben, maken ze gebruik van subvervoerders. Ook dat zijn voor ons overigens altijd bekende partijen.” Sekker is verantwoordelijk voor de outbound-stromen. Op dat terrein zijn er volgens hem volop mogelijkheden voor model shift projecten. Het verschuiven van de transporten van weg naar water bijvoorbeeld.
Vorig jaar werd al een succesvolle pilot uitgevoerd vanaf de fabriek van Xella in Meppel naar Denemarken. Met deze modal shift bespaart het bedrijf per zending ongeveer 75 procent op de CO2-uitstoot. Dat project smaakte naar meer, vertelt Sekker. Onlangs werd ook in het zuiden van het land een project opgezet om elementen vanaf de fabriek per binnenvaartschip te vervoeren. “We hebben een kalkzandsteenfabriek in Koningsbosch in Limburg. Afgelopen tijd hebben we in beeld gebracht hoe we onze elementen vanuit daar naar Brussel kunnen vervoeren, over water.”
Overstap is uitdagend
De overstap bracht wel de nodige uitdagingen met zich mee, vervolgt Sekker. “Onze fabriek in Koningsbosch ligt niet aan het water. We hadden twee opties. Of gebruikmaken van een openbare kade in de buurt of een commerciële kade. We kwamen uiteindelijk uit bij Wessem Port Services in Stein. Zij hebben een belangrijke rol gespeeld in dit proces en waren erg meedenkend. De samenwerking was erg prettig. We mochten onze voorraad al een aantal dagen van tevoren plaatsen, zodat we meer tijd hadden om alles goed uit te kunnen voeren.”
Vanuit de fabriek van Xella gingen de volle trailers naar Stein, waar ze werden gelost. Voor de volgende stap sloegen Sekker en zijn collega’s de handen ineen met Shipit Multimodal Logistics, een Belgisch transportbedrijf gespecialiseerd in vervoer over water. “De keuze viel op een binnenvaartschip - de Maasdam - met een kraan aan boord. We konden met een reikwijdte van tien meter tot de kade de producten grijpen. Dat was een groot voordeel. Alle elementen konden daardoor in een keer in Stein geladen worden en in Brussel op de kade gelost worden.”
Verbeterpunten
Het laden van het schip ging vrijwel probleemloos, vervolgt Sekker. “Dat ging best soepel. Uiteindelijk is één blok gevallen, dus qua schade viel dat mee.” Al doende leert men. En dat bleek ook tijdens de pilot. “Tijdens de pilot ontdekten we diverse mogelijkheden voor optimalisatie. Bij dergelijke operaties doen zich altijd uitdagingen en verbeterpunten voor. Bijvoorbeeld, we merkten dat met een andere grijper voor de kraan we twee keer zoveel elementen tegelijkertijd kunnen verplaatsen. Deze efficiëntieslag zou de laadtijd kunnen halveren, wat aanzienlijke operationele voordelen biedt. Daarom hebben we besloten om deze grotere grijper aan te schaffen.”
Daarnaast is het laden zelf een strategische puzzel waarbij het essentieel is om goed na te denken over de plaatsing van de lading, legt Sekker uit. “Dit vereist een gedetailleerde planning en een goed inzicht in zowel de ladingseigenschappen als de ruimtelijke capaciteiten van het schip. Door deze elementen zorgvuldig te analyseren en te verbeteren, kunnen we de efficiëntie en veiligheid van onze laadprocessen aanzienlijk verhogen. Zo blijven we voortdurend streven naar optimalisatie en verbetering in onze logistieke operaties.”
De route van het binnenvaartschip liep van Stein naar Brussel, waar Shipit een eigen terminal heeft. Vanaf die hublocatie kunnen de producten verder vervoerd worden naar de bouwlocaties. De test verliep uiteindelijk heel soepel en het resultaat smaakt naar meer, vertelt Sekker. “Door het schip volledig te beladen, besparen we vijftig tot zestig vrachtwagens, wat neerkomt op ongeveer 1.400 ton vracht. Dit resulteert in een aanzienlijke vermindering van de CO2-uitstoot. Op jaarbasis kunnen we zo tot wel 168 ton CO2-uitstoot reduceren, wat overeenkomt met een besparing van 67 procent.”
inspelen op strengere regelgeving
Steeds meer steden, niet alleen in Nederland maar ook in omringende landen, worden strenger met betrekking tot vrachtverkeer in binnensteden. “Veel steden hebben al milieuzones, ook in het buitenland. En veel gemeenten gaan zero-emissiezones invoeren. Ook heb je te maken met gewichtsbeperkingen en lengtebeperkingen. Standaardpartners waarmee we samenwerken komen daar lang niet altijd meer in. Of je moet de juiste vergunningen hebben.” Een bouwhub biedt hiervoor goede mogelijkheden, benadrukt Sekker. Én just in time leveren op de bouwplaats. “Als je het vervoer naar die hublocaties over water kan doen, dan wordt het natuurlijk helemaal interessant.”
Tijdens het project in Koningsbosch riep Xella de hulp in van logistiek specialist Miranda Volker van Logistiek Bereikbaar, dat verladers ondersteuning biedt ten aanzien van modal shift van weg naar spoor of binnenvaart. “Binnen het team van Logistiek Bereikbaar werken logistiek makelaars die bedrijven kosteloos en vrijblijvend kunnen informeren en adviseren over het reduceren van logistieke kilometers via de weg en het verduurzamen van de logistieke kilometers. De logistieke makelaars zijn allround logistiek specialisten en hebben ook specifieke expertise, bijvoorbeeld op het gebied van elektrificatie van vrachtvoertuigen, digitalisering en de inzet van binnenvaart of spoor.”
Focus op spoor en binnenvaart
Volker is werkzaam als logistiek specialist binnenvaart en spoor. “In dat kader ben ik al enkele jaren geleden in contact gekomen met Brandon. Op dat moment was ik ook logistiek makelaar in Overijssel en heb ik Xella van advies voorzien ten aanzien van de mogelijkheden om met kleine zeeschepen producten te kunnen laden in de binnenhaven van Meppel. Denk daarbij aan advies over de vaarroute, maximale binnenvaartafmetingen, de diepte, rederijen die dit soort kleine schepen in hun vloot hebben en eerste inschattingen ten aanzien van de CO2-reductie op dit traject.” Parallel waren er destijds ook al vragen over de diepgang bij de Xella-vestiging in Vuren en mogelijkheden om vanuit Koningsbosch in Limburg per schip te kunnen afvoeren.
“Zonder de hulp van Miranda weet ik niet of het allemaal gelukt was, zowel in Meppel als in Koningsbosch. We hebben echt heel veel hulp gehad. Dat was heel prettig.” Bij een modal shift project komt heel wat kijken, benadrukt Sekker. “Je hebt het over dieptemetingen. Je moet op zoek naar de juiste contacten en het juiste netwerk. Ik zat vrijwel direct met de juiste mensen om tafel. Dat scheelde een hoop tijd.”
Lokale en regionale samenwerking
Tijdens het vorige modal shift-project in Meppel bleek de waterdiepte niet voldoende. “We hebben daar een dieptemeting laten uitvoeren. Daaruit bleek dat er eerst gebaggerd moest worden. Miranda bracht ons in contact met Jeroen van den Ende, directeur van Port of Zwolle. Die had heel goede connecties binnen de gemeente en de provincie. Hij heeft ons een hoop werk uit handen genomen. Uiteindelijk hebben ook gemeente en provincie mede geïnvesteerd in de werkzaamheden. Al deze partijen hebben er natuurlijk belang bij dat er meer goederen via de haven het gebied binnenkomen. Al deze hulp en ondersteuning heeft ons zeker een flinke duw in de rug gegeven om ons over de streep te trekken.”
Het uiteindelijke doel van Xella is om waar mogelijk beide opties, zowel over de weg als over het water te kunnen aanbieden. “Dat kan uiteraard niet altijd. En het brengt extra investeringen met zich mee. Maar we zien zeker grote kansen om hier op meer plekken mee aan de slag te gaan. En we merken dat klanten er vaker om vragen.” Na de eerdere test in Meppel, werd onlangs ook een proef uitgevoerd bij een productievestiging in het noorden van Frankrijk. “We kunnen onze ervaringen delen en samen nadenken over de beste oplossingen. Doel is om ook in Koningsbosch een tweede vaart in te gaan plannen. En op onze locatie hier in Vuren, dat eveneens aan het water ligt, zien we volop kansen voor een model shift. Kortom, dit is pas het begin!”
Datum:
28 mei 2024
Auteur:
Artikel Logistiek.nl (Remco Nieuwenbroek)
Fotograaf:
Deel via: